Enige tijd geleden was ik op de verdieping waar alle managementleden hun bureau hadden. We werkten nog in het pre-shared-workplace tijdperk. Het was tamelijk vroeg in de ochtend en er was nog niemand aanwezig van het management. Wel zag ik al een 2-tal management-assistenten. Nadat ik een kleinigheid had geregeld, begaf ik mij terug in de richting van de liften. Tot ik plots werd aangesproken door 2 heren die in een modern maatpak waren uitgedost. Ze waren schijnbaar de weg kwijt geraakt , want ze zochten een medewerker die zich helemaal niet op deze verdieping bevond. Ikzelf wist ook al helemaal niet waar de werkplek van deze medewerker was en even wist ik niet goed wat ik best deed.
Tot ik een leuke ingeving had. Ik vertelde dat ik hen niet verder kon helpen, maar dat de aanwezige management-assistant dit ongetwijfeld wel zou kunnen doen. Daarom vergezelde ik beide heren tot bij haar. Ik vroeg of zij wist op welke verdieping ze de contactpersoon konden vinden waar ze een afspraak mee hadden. Zo kon ik hen meenemen, zo nam ik mij voor, naar de juiste verdieping.
Ik was echt aangenaam verrast toen de management-assistente aangaf dat zij hen wel zou vergezellen en tot bij de werkplek van de medewerker brengen.
Ook de 2 heren vonden dit echt top en bedankten zowel mij als de vriendelijke management-assistente.
Ik hoefde hier niets zelf te vragen, maar toch vond ik het gedrag van de management-assistente zeer klantgericht. Toen ik er haar later over aansprak en haar nogmaals wilde bedanken, vond zij haar handelswijze de normaalste zaak van de wereld. Bij haar zat klantgerichtheid ingebakken. Het maakte als het ware deel uit van haar ‘cultuur’.